Een kat kan extra goed ruiken door een plekje onder het gehemelte.
Dit heet orgaan van Jacobson. Als hij een geur lekker vindt, doet hij zijn bek open om dit zintuig beter te laten werken. Hij houdt van de geur van lavendel, munt, anjers mimosa, aspergers en vuil water... Ook op de lucht van valeriaan en kattenkruid komt hij graag af.
Een kattentong is breed en kort. Hij is bedekt met gebogen papillen. Die hellen naar achteren, waardoor de tong ruw aanvoelt.
Deze papillen worden gebruikt om vleesresten van botten te schrapen en om losse haren uit de vacht te verwijderen. Het is beter dat een kat zijn wonden niet likt. De tong werkt als een vijl en daardoor blijft de wond langer open.